Schrijver, dramaturg en curator Selm Wenselaers ging afgelopen najaar in gesprek met onze programmaraad. In de knusse backstage van ons theater sprak hen de raadsleden over hun levens, ambities en motivaties. Uit deze gesprekken heeft Selm vier mooie portretten gemaakt. Ben jij benieuwd wat onze programmaraad drijft? Waar zij hun inspiratie vandaan halen en wat hun blik is op Arnhem en het culturele veld? Komende weken lees je elke zondag een diepte interview met een van onze raadsleden. Deze week lees je het interview met Daniëlla Middelhof, die je misschien kent van de Poëzie Nachtclub.
Kunst is mijn grote liefde, in alle vormen
Daniella Middelhof: Ik beweeg mij op het snijvlak van tekst, beeld en geluid: ik beeldhouw, schilder, schrijf gedichten, maak beelden met woorden. Op de kunstacademie leerde ik dat je gewoon aan de slag moet gaan en gaandeweg erachter komt wat het is. Je hebt een idee en je gaat het gewoon doen. Je geeft vorm aan wat er in je hoofd zit, zonder meteen te weten wat het is en er een oordeel over te vellen. De vorm verandert vaak nog terwijl je bezig bent. Op die manier leer je jezelf nieuwe dingen en blijf je je verder ontwikkelen. Kunst gaat voor mij over het laten zien van emoties, van wat er in en om je heen gebeurt. Als kunstenaar wil je met mensen delen wat je vanbinnen voelt, wat je ziet of wat je meemaakt. Je creëert daarvoor een vorm en dat kan voor mij een gedicht, een beeld of een theatervoorstelling zijn.
Mijn ouders wilden niet dat ik naar de kunstacademie ging. Ze dachten aan een respectabele, degelijke baan voor mij, iets waarmee je meer zekerheid hebt. Dat was niet aan mij besteed. Ik vind dat je je moet kunnen ontwikkelen en zijn wie je vanbinnen bent. Ik heb zelf drie kinderen die ik zoveel mogelijk ruimte en kansen wil bieden, zodat ze hun eigen leven vorm kunnen geven. Het is simpel: je moet gewoon goed kijken naar wie je kind is, hoe diens karakter ontwikkelt en indien nodig bijsturen op bepaalde karaktereigenschappen of trekken, zodat het een leuk mens wordt. Ik zeg niet dat dat altijd lukt, ouderschap is ook maar proberen, trial-and-error.
Niet van jezelf uitgaan, maar kijken naar de persoon die tegenover je zit, wat die nodig heeft. Zo denk ik ook als hulpverlener. Ik studeerde orthopedagogiek en werkte zeven jaar met jongeren die aan de rand van de samenleving leven. Heel creatief werk, want je moet steeds weer oplossingen bedenken en de methodieken vormen naar de persoon. Toch was ik onrustig. Ik had geen tijd voor kunst en miste het echte maken. Tot een collega me vroeg me of ik haar wilde helpen bij het organiseren van een hiphopavond met jongeren. Voor ik het goed en wel besefte presenteerde ik de avond en rolde ik daarna in allerlei dingen. Ik ben een lefkikker. Schrik in de benen, maar het toch gewoon doen. Ik denk vaak: als dit maar goed gaat.
Ik heb een balans gevonden in de combinatie tussen mijn baan als hulpverlener en mijn eigen dingen. Zo maakte ik een kunstprogramma voor RTV-Arnhem (Arnhemse Meesters en Arnhemse Meesters op zoek naar een plek), werkte ik voor het Arnhems Muziek Platform, schrijf ik teksten voor onder andere de Eusebiuskerk en ben ik dichter bij Kunstcollectief Rauw. Ik ben lid van de Programmaraad van Theater a/d Rijn geworden, omdat ik een meer inclusief theater wil. Samen met directeur Eve Hopkins kijken we naar de programmering en hoe die diverser kan. We geven input met voorstellingen die we zien of waarover we horen via onze netwerken. Ik organiseer zelf ook een poëzienacht bij Theater a/d Rijn en haal daarvoor dichters uit de hele wereld naar Arnhem. De wereld is nog steeds een grote ontdekkingsplaats voor mij. Ik vind het belangrijk om nieuwsgierig en verwonderd te blijven. Het lukt me door steeds te blijven kijken en te denken: hé, dat kan dus ook. Ik denk dat kunst daarbij helpt.